Er gebeuren al heel veel mooie dingen, goede ontwikkelingen op het gebied van positieve en holistische gezondheid. Toch blijf ik ook ervaren, als ik even buiten die bubbel stap, dat ik snel weer terecht kom bij dat bekende grote zwarte gat.
Met mijn achtergrond en carrière in de groene sector, heb ik vergelijkbare noodzakelijke veranderingen meegemaakt. In een ander moment, een ander tijdspad en vanuit een andere drijvende factor. Kan dat ons helpen eindelijk weg te komen van dat beruchte zwarte gat?
MJP-G als routekaart naar de immer aanwezige ‘nieuwe toekomst’
In de groene sector, land- en tuinbouw, is al zo lang ik er intensief in betrokken ben geweest, het pad ingezet voor duurzame ontwikkeling. In mijn studententijd aan universiteit Wageningen hadden we, in ons studievereniging jaarboek waar ik voor in de redactie zat, een aantal mooie interviews met de verschillende partijen die betrokken waren geweest bij het opstellen van het Meerjarenplan Gewasbescherming (MJP-G). De routekaart om de sector klaar te stomen voor de immer aanwezige ‘nieuwe toekomst’. Verschillende stromingen in teelt werden toentertijd aangeduid met ‘gangbaar’, ‘biologisch’, biologisch-dynamisch’ en ‘geïntegreerd’.
‘Ouderwets’ en ‘van vroeger’ was, toen al, het toedienen van bestrijdingsmiddelen (zoals ze toen nog heetten) volgens een vast schema. Grondbewerking en inspuiten voor aanplanten, na zoveel dagen dit, na zoveel dagen dat.
‘Van vroeger’ was ontstaan na de tijd van WOII. Een tijd van noodzaak tot opbouwen, o.a. van de voedselvoorziening. Maximale en zekerheid van oogst waren cruciaal. De beschikbaarheid van een dergelijk, via onderzoeken uitgetest, schema en de beschikbare, geteste en toegelaten middelen waren toentertijd een uitkomst om de gewenste betere opbrengsten te kunnen garanderen. Weinig was nog bekend over de langdurige effecten. Dat kon ook niet, want zolang bestonden de middelen nog niet.
Naarmate de jaren vorderden en kennis uit praktijk en onderzoek groeiden, ontstonden nieuwe inzichten èn nieuwe mogelijkheden. Vanuit de maatschappij nam de druk toe om de impact van chemische middelen op mens en milieu te verkleinen. Biologisch (geen gebruik van bestrijdingsmiddelen bij ziekten en plagen), biologisch-dynamisch (waar ook bemesting op de biologische manier gedaan moet worden) en geïntegreerd (chemisch als het moet, anders zolang het kan) werden de nieuwe routes. Bestrijdingsmiddelen werden gewasbeschermingsmiddelen.
Geïntegreerde teelt vs. geïntegreerde zorg
Ik vind het mooi, dat hier uiteindelijk is gekozen voor termen die de methoden omschrijven. Zonder een oordeel, wat de eerdere termen die gebruikt werden in de weg hier naar toe, nl. gangbaar en alternatief, wel in zich hadden. Ik zie hier een link naar en aandachtspunt voor de zorg.
90% van de huidige teelt is nu geïntegreerd. De rest is biologisch/biologisch-dynamisch. Dat zijn interessante cijfers.
Laten we even dieper induiken op de geïntegreerde teelt. De vergelijking tussen ontwikkelingen in teelt en zorg is goed te maken. Dus wat kunnen we van de uiteindelijk omarmde geïntegreerde teelt leren?
De kleinste verandering waarnemen en daarop reageren is ‘the key’
Bij de geïntegreerde teelt wordt allereerst optimaal gewerkt met klimaatinstellingen en groeiomstandigheden. Temperatuurregime, luchtvochtigheid, lichtintensiteit en -kleur, water (frequentie, tijdstip, voeding, EC, pH), hygiëne, grondsamenstelling, raskeuze geschikt voor de locatie, stadium plant, herkomst, plek in de kas….Wist je dat een kleine verandering in vochtigheid van de potgrond bij oppotten al een mega impact heeft op de rest van het leven van de plant? Hoe gewenst homogeniteit ook is, niet alles is te standaardiseren of te normaliseren. (Dat is een interessante voor een volgende blog.) Continue waarneming is ‘the key’. De kleinste verandering in het uiterlijk van de plant is een indicatie voor wat er zich afspeelt in de plant, en wat zich pas groots over een paar dagen of weken zal gaan laten zien. Tenzij de goede actie wordt ondernomen voor herstel. De gevleugelde uitspraak, “Je kunt het er beter uithouden, dan uitdouwen!”, heeft hier alles mee te maken. Wederom een link naar en aandachtspunt voor de zorg. Ook ons lichaam geeft die signalen af, alleen herkennen we ze niet of amper, of we negeren ze.
Chemie als hekkensluiter
Als er toch iets mis gaat, door een verzwakte plant of verhoogde infectiedruk, dan wordt de bron van infectie zo snel mogelijk verwijderd, teeltomstandigheden worden aangepast, biologische preparaten of predatoren worden ingezet. Pas als het dan nog niet lukt de kwaal de baas te kunnen, wordt pleksgewijs chemisch ingegrepen met middelen die de eerder ingezette biologische bestrijders niet negatief beïnvloeden. Een mooi systeem, niet waar? Toepassing van chemische middelen wordt tot het minimale beperkt, want dat kan de plant onnodig verzwakken (na een eerste opleving door verwijdering van het pathogeen of parasiet), de plant kan er schade door oplopen (bijv. bladverbranding) en het kan negatief effect hebben op het milieu. Alle pijlen zijn gericht op het zo sterk mogelijk maken van de plant zelf om de eerste druk door de altijd aanwezige ziekten en plagen het hoofd te bieden. Ook hier is een duidelijke link naar en aandachtspunt te maken voor de zorg. Waarom standaard deze benadering voor een plant als ‘lager organisme’ en niet voor de mens?
Het gestelde doel bepaalt de wegen die open komen te liggen
Dit niveau en benadering van geïntegreerde teelt is bereikt door het doel, reductie van gebruik van chemische middelen, omdat deze mens en milieu te veel belasten, voorop te zetten. Wat, als we nu eens de gezondheidszorg, en de chemie die daarin rondgaat, op deze zelfde manier zouden benaderen? Waterzuiveringsbedrijven hebben een steeds groter probleem met niet schoon te krijgen zuiveringsslib vanuit het riool, vervuild door medicijnen en hormoon beïnvloedende stoffen. Zelfs radioactiviteit wordt gemeten in afval. Een jaar of drie geleden eiste een klant dat ik een formulier zou ondertekenen waarin ik verklaarde een bepaalde werkzame stof niet meer te gebruiken, anders zou hij geen producten (planten) meer afnemen. Ik zei sorry, dat kan ik niet. Niet vanwege de planten, daar gebruik ik het al jaren niet meer. Maar deze stof zit ook in de druppels tegen teken en vlooien voor de kat….. Je kan het niet veranderen in een dag, maar ook hiermee zullen we aan de slag moeten en, weet je, de mens zal er, net als de plant, als grootste winnaar uitkomen!
En nu…?
Net zoals bij het uitwerken van het MJP-G zal ook de overheid hier een rol in moeten spelen om, boven het veld van economische belangen, doelen en samenwerking te genereren. Daar ligt een belangrijke bijdrage te leveren.
Er zijn daarnaast nog een tweetal grote uitdagingen. In de teelt is het de teeltman/vrouw die met zijn/haar kennis en ervaring alles volgt en waarneemt, monitort en keuzes maakt voor acties. Daarvoor heeft hij/zij het hele arsenaal van acties en producten om tot het gewenste resultaat te komen tot zijn/haar beschikking.
Allereerst, als we dit vertalen naar de gezondheidszorg, hoe kan ieder individueel mens dan tot z’n eigen teeltman worden opgeleid? Het begint immers bij het opvangen van de eerste, kleinste signalen.
Ten tweede, op dit moment is het hele arsenaal van mogelijke acties en producten niet gelijkelijk beschikbaar. Ook hier zal aandacht aan geschonken moeten worden.
Kortom, de geïntegreerde teelt is niet meer weg te denken en is ontstaan uit het doel te komen tot een reductie van het gebruik van chemische middelen, om mens en milieu zo min mogelijk te belasten. Er zijn duidelijk meerdere raakvlakken tussen ‘teelt’ en ‘zorg’, die goede leerpunten opleveren.
Als we kijken naar de effecten die een geïntegreerde teelt oplevert, en daarnaast de noodzaak tot verandering in de zorg die meer en meer voelbaar wordt, zetten… Hebben we dan het lef te leren van een andere sector en een andere drijvende factor aan te grijpen om ivoren torentjes af- en glazen plafonds te doorbreken en zodoende nieuwe openingen te vinden om tot die noodzakelijke veranderingen in de gezondheidszorg te komen?